GeNIETen?

GeNIETen?

Iedere dag die dichter bij het weekend komt, ben ik er meer mee bezig. Het vreet energie en dat terwijl het uiteindelijke doel juist is dat we wat bij kunnen tanken.

Op dinsdag pak ik de koffer al uit de berging en zet hem in het zicht in de badkamer. Woensdag bedenk ik welke kleren Roos mee gaat nemen en controleer ik of ze niet in de wasmand liggen want anders moet ik ze nog even wassen. Donderdag pak ik Roos haar koffer zorgvuldig in. En weer uit… En opnieuw in. ’s Avonds maak ik lasagne (omdat ze dat zo lekker vindt) en na het eten kruip ik nog even bij haar in bed om met haar te teuten.
Vrijdag geef ik Roos voordat Yvonne haar naar Ilmarinen brengt extra knuffels en pak ik de laatste spullen in. En weer uit… En opnieuw in. En dan gaat ze de deur uit….
Rond 15 uur schrik ik even op omdat het al zo laat is, maar vrijwel direct bedenk ik me dat ik Roos helemaal niet hoef te halen vanmiddag. Het logeerweekend is begonnen.
En vanaf dat moment vind ik het spontaan stil in huis. Hoewel ik normaal kan genieten van de stilte, komt de stilte nu keihard binnen. Zo erg dat ik die middag ongeveer 100 keer tegen Erik zeg dat het zo stil is zonder Roos en uiteindelijk haast smekend vraag of hij een muziekje op wil zetten.
Van vrijdag op zaterdag slaap ik onrustig. Ik word vaak wakker, draai van mijn ene op mijn andere zij, denk steeds dat ik wat hoor en ik droom de raarste dromen.
Zaterdagochtend word ik wakker doordat Morris me vanuit zijn bed roept. Met gespitste oren luister ik of ik Roos ook al hoor. Ik pak de babyfoon, maar wanneer ik hem aan wil zetten weet ik het weer. Roos is aan het logeren. We hoeven dit weekend niet vroeg uit bed omdat er medicatie gegeven moet worden of omdat Roos uit bed wil (en niet zoals Morris rustig alleen kan spelen of tv kan kijken).
Wat is het stil hè, zegt Erik. En ik kan het alleen maar beamen. Het voelt niet alleen stil, het ís ook echt stil. En rustig. En zo blijft dat de hele zaterdag.

’s Avonds in bed, als ik het logeerhuis heb gebeld om te vragen hoe het met Roos is, vraag ik Erik wat hij er nou eigenlijk van vindt. Hij brengt precies onder woorden wat ik ook voel. Het is dubbel. Het is rustig zonder Roos, maar echt genieten lukt niet, want elke keer als je je bewust bent van de rust denk je aan Roos en voel je je schuldig omdat zij daar zit en wij hier. Het is haast gek om te ervaren hoe ons leven volledig is ingesteld op de zorg voor en om Roos. Nu ze aan het logeren is merk je pas echt dat je 24 uur per dag op scherp staat. Non stop.

Om me heen proberen mensen me lief te steunen met een bemoedigend “probeer er maar van te genieten”. Maar genieten laat mijn gevoel niet toe. Ik vind het lastig om Roos los te laten. Ze is zo ontzettend kwetsbaar. We laten haar weer achter in vreemde handen, bij mensen die haar (nog) niet kennen. Zullen ze haar aanvallen wel herkennen? En begrijpen ze Roos? En wat vindt Roos er zelf eigenlijk van? Wíl Roos wel logeren? Ze kan het niet zeggen…. En hoe kan ik nou genieten van het feit dat we Roos wegbrengen, terwijl Morris (en soms Jasmijn) thuis mag blijven? Roos hoort er ook gewoon bij!
“Maar je kiest er toch zelf voor om haar te laten logeren?”, zei iemand laatst. Dat klopt. Maar ik heb niet gekozen voor de enorme zorgen die er 24 uur per dag zijn en nooit meer overgaan. Ik heb niet gekozen voor die stomme epilepsie die er altijd voor zorgt dat plannen in het water vallen en ons gezin in tweeën scheurt. En evenmin heb ik gekozen voor de emoties die op en neer gaan… in het meest extreme. Of al het geregel om de zorg in praktische zin voor elkaar te krijgen. Dus de keus om Roos structureel te laten logeren, is een noodgedwongen keuze die ook nog eens gedekt gaat onder een enorme lading schuldgevoel.
Dus genieten dat ze aan het logeren is? Waarschijnlijk met de tijd wel, maar nu nog niet…  Echt genieten? Dat doe ik pas als ik lieve Roos weer ophaal uit het logeerhuis!


Roos zondag net thuis uit het logeerhuis.  
Ter info: zij leek het prima naar haar zin te hebben gehad.

Eén gedachte over “ GeNIETen?

Laat een antwoord achter aan Edwin Groenewold Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *