“Heb je ook tape?”
“Heb je ook tape? “, vroeg ze. “Eeuh, ja…”, antwoordde ik enigszins verbaasd omdat ik niet zo snel het verband kon leggen tussen tape en een nieuw bed. Ze vervolgde; “Als je dan met tape spijlen op Roos haar huidige bed plakt en gewoon een paar dagen laat zitten, dan kun je ervaren of het zicht op Roos in een bed met spijlen ècht niet voldoende is of dat het meevalt… gewoon even proberen. Want als het meevalt hoeven we niet vanalles in gang te zetten om het huidige bed van Roos in een maat groter te regelen, dan wordt het gewoon het bed dat ik voorstelde…”. Ze noemde zelfs nog de afstand van de spijlen; 6 cm.
“Oke….”, antwoordde ik, maar toen ik het ‘s middags aan een vriendin vertelde schoot ik in de lach.
Om uit te kunnen leggen hoe dit bizarre ‘spijlen-van-tape-idee’ tot stand kwam, moet ik even terug in de tijd. Terug naar het begin, toen Roos haar reguliere kinderledikantje niet meer veilig was omdat ze er steeds uit viel en geen gevaar zag. Er moest met spoed een nieuw bed komen. “Een aangepast bed is een goede oplossing.”, opperde Roos haar ergotherapeut. En zo kreeg Roos op 2 jarige leeftijd haar eerste aangepaste bed.
Ik kan me mijn opluchting nog goed herinneren toen er een mooi, vriendelijk ogend, houten bed werd geleverd. Want al die tijd was ik bang geweest dat ons kleine meisje in een kil ijzeren spijlen bed zou komen te liggen, zoals uit de film ‘One flew over the cuckoo’s nest’.
Het mooie vriendelijk ogend houten bed beviel in eerste instantie goed. Maar door haar beweeglijkheid en door de aanvallen kwam Roos steeds vaker met haar armen en benen klem te zitten tussen de spijlen. Toen ze het op een keer uitgilde van de pijn omdat haar been klem zat en ze vervolgens viel, was de maat vol. Er moest een ander bed komen. En zo werd Roos haar eerste aangepaste bed vervangen door haar huidige bed. Een soort aquarium-bed. Een lelijk ding vond ik in het begin. En hij was ook nog eens blauw, terwijl ik geen liefhebber van blauw ben. Maar we hadden geen inspraak over het uiterlijk; dit bed was beschikbaar vanuit het depot en veilig voor Roos.
Door de jaren heen bleek het bed een super fijn bed. Niet alleen voor Roos, die goed kan kijken wat er om haar heen gebeurt wanneer het bed functie heeft als box, maar ook voor ons… Juist op de momenten dat het zo slecht gaat met Roos, hebben we enorm goed zicht op haar. De subtiele aanvallen zien we goed. De kleine trekkingen, oogknippers of in stilte blauw wordende lippen. We hoeven slechts één blik te werpen om te zien hoe ze erbij ligt. Ook van een afstandje. En dat geeft rust. Kortom het bed bevalt dus erg goed! Maar Roos groeit en haar bed heeft het formaat kinderbed; 170×80 cm. Er moet dus een groter bed komen. En zo komen we weer bij het begin van dit verhaal…
Afgelopen donderdag kwam er een aardige dame voor een passing van een nieuw bed. Het bed dat de leverancier standaard levert bleek een grotere versie van Roos haar allereerste aangepaste bed; het mooie vriendelijk ogend houten bed. Mèt spijlen. Weliswaar zou er een plexiglasplaat tegen de binnenkant bevestigd kunnen worden zodat het probleem met klem zittende benen opgelost zou worden en het bed kon gepolsterd (bekleed) worden zodat Roos zich niet zou bezeren als ze tegen het hout aan zou vallen. Toen ik de aardige dame vertelde dat onze voorkeur eigenlijk uitgaat naar een grotere versie van Roos haar huidige aquarium-bed, vertelde ze dat dit bed niet de eerste keus is, maar dat ze het wèl eens geleverd hebben. Samen zochten we op het internet naar de naam van het type en de aardige dame keek zelfs nog of deze toevallig in het depot stond. Vervolgens kwam ze toch weer terug op de grotere versie het mooie vriendelijk ogend houten bed mèt spijlen, plexiglasplaat en polstering. Uiteraard sprak ik nogmaals onze voorkeur uit en benadrukte het belang van goed zicht op Roos. Ik vertelde dat ik de keren dat Roos zich bezeerd had aan haar huidige bed op één hand kon tellen, maar dat de keren dat we goed zicht op Roos nodig hadden ontelbaar waren. Ik leek niet echt door te dringen… Tót ik zei dat we dan de gok maar moesten wagen en dat we gewoon gelijk aan de bel zouden trekken als het mooie vriendelijk ogend houten bed niet geschikt bleek. Dáár zaten ze bij de leverancier natuurlijk niet op te wachten, want dat zou betekenen dat ze dan in een korte tijd twee bedden zouden moeten leveren. “Nu begin ik toch ook een beetje onzeker te worden…”, zei de aardige dame, “…want we willen natuurlijk niet dat we een bed leveren dat niet voldoet. Heb je ook tape?…..”.
Ik schoot in de lach toen ik het aan een vriendin vertelde, maar het is helaas geen grap. Zó gaat het dus in zorgenland. Wíj hebben aangegeven erg tevreden te zijn over Roos haar huidige bed. De leverancier kan dit bed een maat groter leveren, dat vertelde de aardige dame immers tijdens ons gesprek. Maar tóch wordt er aangestuurd op een ander bed, omdat dat het mooie vriendelijk ogende houten bed het eerste keus bed is. Zó ontstaan dus dit soort lachwekkende en belachelijke vragen over tape….
Toen we vervolgens de volgende dag weer een roerige avond en nacht hadden met Roos, heb ik de aardige vrouw een mail gestuurd en aangegeven dat ik geen ‘spijlen’ op Roos haar bed zou plakken.
Waarom zouden we het goede zicht dat wij nu op Roos hebben belemmeren met gekunstelde ‘spijlen’ van tape? Dat geeft veel onrust. En het is sowieso al onrustig als Roos in dergelijke toestand in bed ligt. Daarnaast is het natuurlijk ook helemaal geen reële vergelijking om haar huidige bed met ‘spijlen’ van tape te voorzien, om op die manier te kunnen bepalen of het zicht volstaat bij een totaal ander bed met echte spijlen van hout, plexiglas en een laag polstering. Dat is toch de omgekeerde wereld?!
Ik heb geen boodschap aan een eerste keus bed. Zèlfs niet als het een mooi vriendelijk ogend houten bed is. Het is in mijn ogen een typisch geval van een Paarse Krokodil. Een geval van contracten, regeltjes en geld. Mijn mail heb ik dan ook vriendelijk afgesloten met de vraag of de aardige dame op zoek wil gaan naar het meest veilige bed voor Roos.
To be continued…