De tandarts
Morris kwam gisteren blij uit school; zijn tand was eruit! De wiebeltand die hem (en mij) de afgelopen weken behoorlijk bezig hield. Zorgvuldig legde Morris de tand in zijn tandendoosje bij de andere tanden die hij al heeft gewisseld. Ze zitten er allemaal in!
Het enthousiasme dat Morris heeft bij een wiebeltand of wanneer zijn tand eruit is, zien we niet bij Roos. Van wiebeltanden heeft ze alleen maar last en ze kan zich verslikken in een tand die eruit gaat. De meeste gewisselde tanden van Roos zijn verdwenen. En dan bedoel ik niet in haar tandendoosje… Al moet ik zeggen dat ik niet ontevreden ben met de score ‘opgevangen’ tanden en kiezen. Drie keer trok ik zelf een tand bij haar. Of ze nou sliep of wakker was, altijd met gevaar voor eigen vingers. Eén keer viel een tand er tijdens het poetsen uit. Ik ontdekte er een keer eentje in haar luier. En de tandarts trok twee kiezen.
Voordat Roos epilepsie kreeg was ze nog nooit bij een tandarts geweest. Ik had er überhaupt nog niet echt over nagedacht, maar het meest vanzelfsprekend was dat ze gewoon mee zou gaan naar mijn eigen tandarts. Helaas bleek dat na haar diagnose alles behalve vanzelfsprekend…
Die zuurstokroze zitzak op de foto hierboven is een zitzak die vacuüm gezogen wordt om een patiënt te kunnen fixeren. Omdat de patiënt bijvoorbeeld niet veilig op een stoel blijft liggen of erg beweeglijk is…
Roos haar tandarts in het ziekenhuis is gespecialiseerd in bijzondere doelgroepen. Ze kent trucjes om in Roos haar mond te kijken die ècht niet vanzelf open gaat en ze heeft handige foefjes en tips voor het reinigen van haar gebit. Tandenpoetsen is Roos haar hobby namelijk niet. Al van jongs af aan verzet ze zich behoorlijk, duwt ze de tandenborstel weg met haar tong, klemt ze haar kaken op elkaar of kauwt ze op de borstel. Gelukkig hebben we van de tandarts tips gekregen hoe we Roos kunnen fixeren en hoe we het beste kunnen poetsen. Vanaf haar tweede jaar poetsen we op advies met een elektrische tandenborstel en gebruiken we tandpasta voor volwassenen. En met succes, Roos heeft nog steeds geen gaatjes of rotte kiezen gehad.
De tandarts van Roos heeft verder kennis van epilepsie en ze weet dat de ontwikkeling van het gebit bij mensen met een verstandelijke beperking anders kan verlopen. Door bijvoorbeeld een slappe mondmotoriek, een afwijkende tandstand, stoornis in de wisselvolgorde, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie), kauw- en slikproblemen, tandenknarsen, reflux of rumineren, andere voeding (sondevoeding, gepureerde voeding) of medicatie kunnen er problemen in de mond ontstaan.
Ook anticipeert de tandarts op wat komen gaat. Toen ze hoorde dat Roos onder narcose moest vanwege de plaatsing van de peg-sonde pikte ze gelijk die narcose mee voor een grondige inspectie van het gebit, het repareren van een gebroken voortand, het trekken van twee melkkiezen die heel los zaten maar er niet vanzelf uitgingen en het sealen van de achterste kiezen.
Het is fijn dat ze er zijn; Tandartsen voor bijzondere doelgroepen. Helaas zijn ze schaars. Toen Roos haar vorige tandarts een andere weg koos, duurde het heel lang voor er een vervanger gevonden werd. Weinig tandartsen schijnen voor deze specialisatie te kiezen. Waarschijnlijk verdient het minder, maar ik weet zeker dat de uitdaging vele malen groter is en de dankbaarheid goud waard is!
Eén gedachte over “ De tandarts”
Mooi uitgelegd. Je moet er echt wat mee die, met dat schrijven van je. Zo goed verwoord en duidelijk te begrijpen. 1 keer heb ik in een gezin.opgepast die studeerde er nog vooraf. Een.poolse tandarts. Werkt in het umcg.