De nacht van KlapRoos
Nachten zonder ritme… antennes altijd uit… Diepe slaap kennen we al lang niet meer. Niet als Roos thuis is in ieder geval. Dan zijn we waakzaam. Altijd. Want ook de nachten zijn onvoorspelbaar, met aanvallen, gilfeestjes of gesputter.
Deze nacht is het vooral gesputter. Om gèk van te worden!
Geïrriteerd sta ik op. Roos zit rechtop in haar bed. Ze sputtert zó veel dat jij en ik ervan zouden gaan hyperventileren. Ze wringt zó hard in haar handen dat haar knokkels er wit van worden. Ik probeer ze vast te pakken, maar ze weert ze me af. Alsof ze wil zeggen “wegwezen jij, laat me in mijn sputter bubbel…”. En dan begin ik haar te wrijven. Zomaar een ingeving.
Terwijl ik mijn bovenlichaam over haar benen duw, beweeg ik mijn handen met ruwe halen over haar armen en rug. Alsof ik haar warm wrijf….
De spanning lijkt uit haar lijf te stromen. Ze vouwt haar handen uit elkaar en gaat zelfs liggen. Rustig liggen! Enigszins verbaasd begin ik zachtjes tegen haar te kletsen en zonder een antwoord te verwachten vraag ik; “Is dít gewoon de oplossing? Je flink wrijven?”.
Ik strijk haar door haar haren, geef haar een kus en dan laat ik haar achter in het donker…
“Ga maar slapen Roosje…”, zeg ik in gedachten. Als een soort mantra herhaalt het zich in mijn hoofd. Het is een poosje stil en dan tóch weer gesputter. Mijn gewrijf is het dus niet…. of tóch wèl? Het sputteren zet niet door. Roos blijf rustig liggen…
En ik?
Ik lig klaarwakker in bed. Alwéér.
Welkom in de nacht van KlapRoos…